Vorige week maakte de staatssecretaris de verontrustende resultaten bekend van een onderzoek dat zij liet uitvoeren naar het versturen en in bezit hebben van seksuele afbeeldingen onder 15- tot 25-jarigen: 37% van de jongeren heeft wel eens een dickpic ontvangen. Bij meisjes ligt dit percentage beduidend hoger. Meer dan de helft van hen heeft er al een ontvangen. 62% van hen zonder toestemming te hebben gegeven [1]. Dit is niet verrassend, maar het is momenteel moeilijk strafrechtelijk te vervolgen. Deze situatie gaat veranderen: verschillende vormen van online seksueel geweld zullen onder het nieuwe Strafwetboek vallen. Sommige gedragingen zijn al verboden, maar veel mensen zich hier niet bewust van. Daarom is het essentieel dat zowel daders als slachtoffers hierover beter worden geïnformeerd. Sarah Schlitz onthult nu vooraf geschreven antwoorden (templates) om het slachtoffers gemakkelijker te maken om te reageren op hun online misbruikers.

Zodra het nieuwe strafwetboek is aangenomen, krijgen “offline” belaging en cyberstalking dezelfde juridische interpretatie en wordt online belaging in het strafwetboek gelijkgesteld met het delict van “offline” belaging, aangezien deze twee verschijnselen vaak in elkaar overlopen. Dit delict zal bestaan in het opzettelijk verstoren van de rust van een persoon, ook al is dit eenmalig of het resultaat van een enkele handeling, wanneer de dader wist of behoorde te weten dat hij door dit gedrag de rust van de betrokkene ernstig zou verstoren. Wanneer bijvoorbeeld een “raid” van mensen één en hetzelfde slachtoffer stalkt, kan elk van hen schuldig worden bevonden, zelfs bij één enkel verzonden bericht. Deze nieuwe definitie van belaging zal het ook gemakkelijker maken om het zogenaamde “doxxing” te vervolgen, d.w.z. het bekendmaken van de persoonsgegevens van het slachtoffer om anderen ertoe aan te zetten hem of haar lastig te vallen. Het verzenden van ongewenste dickpics zal dus onder deze definitie van belaging vallen en een strafbaar feit worden wanneer het nieuwe wetboek van strafrecht wordt toegepast [2].

Maar sommige gedragingen zijn al verboden, zoals het verspreiden van intieme beelden van een persoon zonder diens toestemming (“revenge porn”), het maken van seksuele montages door het manipuleren van iemands foto’s (“deepnude”) of online exhibitionisme.

→ Daarom heeft Sarah Schlitz het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (Instituut) gevraagd “templates” te maken, d.w.z. vooraf geschreven antwoorden die rechtstreeks naar de daders kunnen worden gestuurd door getuigen of slachtoffers van online seksuele belaging. Deze berichtsjablonen kunnen in verschillende formaten worden gedownload van de Instituut-website, afhankelijk van het gepleegde feit en de context, zonder dat er noodzakelijkerwijs een klacht bij de politie moet worden ingediend:
https://igvm-iefh.belgium.be/sites/default/files/downloads/template_revenge-porn_nl.zip

Sarah Schlitz : De door de Instituut opgestelde modelantwoorden helpen slachtoffers vertrouwen en empowerment te krijgen, onder meer door daders te wijzen op de risico’s die zij lopen door dergelijke beelden zonder toestemming van de ontvanger te verspreiden of te manipuleren. Getuigen kunnen ook ingrijpen om de daders bewust te maken en de digitale ruimte voor iedereen veiliger te maken. De verschijnselen van online seksueel geweld worden nog onvoldoende begrepen en serieus genomen. Daders en getuigen hebben vaak de neiging het slachtoffer de schuld te geven.


[1]https://sarahschlitz.be/nl/envoi-de-dick-pics-possession-dimages-a-caractere-sexuel-sans-le-consentement-de-la-personne-representee-chez-les-digital-natives-les-resultats-dune-etude-eloque/

[2]https://sarahschlitz.be/pour-la-saint-valentin-nenvoyez-votre-dick-pic-quavec-consentement-lenvoi-de-dick-pics-non-consenties-sapparentera-a-du-harcel/