De toegang tot vrijwillige zwangerschapsafbreking ligt steeds meer onder vuur door conservatieve groeperingen in Europa. De International Safe Abortion Day op 28 september is een goede gelegenheid om eraan te herinneren hoe belangrijk het is voor vrouwen en meisjes, met name in Europa, om zonder obstakels toegang te hebben tot veilige abortusdiensten in het eerste trimester van hun zwangerschap. Het betreft een grondrecht dat nauw verbonden is met gendergelijkheid en de bestrijding van gendergerelateerd geweld.
Terwijl Argentinië, Zuid-Korea, Thailand en Ecuador hun wetgeving hebben hervormd om de toegang tot abortus te vergemakkelijken, hebben we in de Europese Unie, te midden van de COVID-19-crisis, een aanzienlijke terugval gezien op dat vlak.
Na een poging om een volledig verbod in te voeren in 2016, die faalde na een niet eerder geziene vrouwenstaking, heeft het Poolse Grondwettelijk Hof zich op 22 oktober 2020 uiteindelijk uitgesproken ten gunste van extreem strenge beperkingen op de toegang tot abortus. De Poolse regering heeft dit arrest op 27 januari 2021 gepubliceerd en daarmee bindend verklaard, waardoor abortus verboden wordt, behalve in gevallen van “ernstige en onomkeerbare beschadiging van de foetus of ongeneeslijke ziekte die het leven van de foetus bedreigt”. Met andere woorden, Poolse vrouwen mogen niet langer een abortus ondergaan, behalve in geval van verkrachting, incest of wanneer het leven van de moeder in gevaar is. Dit waren slechts 26 van de 1076 abortussen in 2018. Tegenwoordig is 90% van de abortussen onmogelijk geworden.
Toegang tot abortus is een fundamenteel recht dat door elke democratische staat moet worden gewaarborgd. Het stelt vrouwen in staat vrij over hun lichaam te beschikken, hun gezondheid te beschermen en niet gedwongen te worden kansen te laten liggen. Het is systematisch zo dat wanneer een staat er niet in slaagt zijn burgers te beschermen, het maatschappelijk middenveld moet ingrijpen. Aangezien de Poolse regering stilzwijgend aanvaardt dat Poolse vrouwen naar het buitenland zullen gaan om toegang te krijgen tot diensten waarop zij in eigen land recht zouden moeten hebben, wordt de toegang tot abortus nog meer een financiële kwestie. Daarom hebben mijn collega Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid, en ik besloten een sterk signaal te geven door het Abortion Support Network[1] te steunen, dat financiële en logistieke hulp biedt aan Poolse vrouwen die in een ander Europees land een abortus willen laten uitvoeren. De subsidie die wij verstrekken zal de kosten van een abortus in een ander Europees land dekken voor vrouwen die zich dat niet kunnen veroorloven.